Het zit 'm in de kleine dingen

Dat ik in de gehandicaptenzorg wilde werken, wist ik eigenlijk mijn hele leven al. Van jongs af aan leek het mij geweldig.” Amber van Musscher (24) vertelt enthousiast over de aantrekkingskracht die het werken met mensen met een beperking op haar had.

Vooral het werken met moeilijk verstaanbaar gedrag en agressie trok haar enorm. Ze was dan ook teleurgesteld toen ze tijdens haar opleiding MBO Verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg) een stage moest lopen bij mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB). “Ik keek op de website en het leek mij niet heel leuk”, vertelt Amber. “Het lage niveau van de mensen betekende voor mij dat je niet echt veel met hen kon doen. Ik dacht dat zij alleen maar in hun rolstoel zaten. Het leek mij gewoon niet interessant.”

Dat niet alles is wat het lijkt, gold ook voor Ambers stage. “Het kennismaken vond ik spannend,” vertelt Amber, “mensen met EMB zien er soms anders uit en ik vond het moeilijk hen te begrijpen.” Nu zeven jaar later staat Amber in het appartement van een van haar cliënten. Speels trekt ze een pakje kloppudding open. Het poeder stuift een mierzoete frambozengeur de ruimte in. Amber vertelt vandaag over haar ervaringen in de zorg en waarom ze na haar stage niet meer weg wilde. De drie cliënten die om haar heen staan, mogen om de beurt even aan het blauwe doosje ruiken. Dr. Oetker staat erop.

In het begin

“Tijdens de eerste twee weken van mijn stage mocht ik meekijken”, vertelt Amber. “Zien hoe ervaren mensen hun werk doen.” Na korte tijd werd Amber gegrepen door de mooie kanten van het werk en sloeg haar aanvankelijke terughoudendheid om in enthousiasme. “Je krijgt tijdens je werk zoveel terug van mensen”, vertelt Amber terwijl ze, met de maatbeker op ooghoogte, secuur de melk voor de pudding afmeet. “Het zit ‘m vaak in hele kleine dingen. Die zie je niet wanneer je de mensen niet goed kent. Je moet het leren zien.” Ondertussen werkt Amber al zeven jaar bij Zuiderlicht, een woonvoorziening voor mensen met een ernstig meervoudige beperking.

Wennen

“In het begin vond ik het gek,” vertelt Amber, “ik was pas zeventien en moest iemand wassen. Ik was daar helemaal niet mee bezig.” Het kunnen delen van je verhaal en je ervaringen is volgens Amber belangrijk. Zeker voor mensen die nieuw zijn binnen het vak. Bij collega’s, thuis en op school, kon Amber haar verhaal kwijt.
“Natuurlijk vertel je niet over wie het gaat, maar wel over wat je meemaakt. Dat was voor mij heel belangrijk.” Het wennen aan alle nieuwe dingen ging voor Amber best snel. “Na twee keer keek ik al niet meer op van een naakt lichaam. Nu maken we, de cliënt en ik, samen lol tijdens de verzorging. We zetten bijvoorbeeld de radio aan en zingen keihard mee. Het zijn waardevolle momenten.”

Ondertussen is het roze poeder tot een papje geklopt. “Nog even in de koelkast en dan hebben we vanavond een lekker toetje”, zegt Amber. “Hoewel cliënten niet kunnen praten, kun je wel met ze communiceren”, vervolgt ze. “Victor kan bijvoorbeeld ‘ja’ zeggen met een beweging van zijn tong. We weten niet zeker of hij ons altijd begrijpt. Het kan natuurlijk ook dat hij soms reageert op de intonatie van onze stem.” Amber vraagt Victor of hij wil helpen de pudding naar de koelkast te brengen. Een haast onmerkbare tongbeweging volgt. “Dit is een ‘ja’”, zegt Amber opgeruimd. Victor vindt het fijn om stukjes te rijden en dus krijgt hij acht puddinkjes ‘in wording’ op het blad van zijn rolstoel en lopen ze samen naar de keuken. Amber duwt en Victor zorgt dat de met roze gevulde glazen niet vallen.

Voorbij de rolstoel kijken

Terwijl Victor achterblijft in de aan de keuken grenzende woonkamer, loopt Amber terug naar het appartement. Amber: “Een van de belangrijkste dingen in het werk is dat je verder leert kijken dan een rolstoel. Als het in mijn omgeving over gehandicapten gaat, dan hoor ik vaak dat mensen alleen maar denken aan kwijlende cliënten. Dat beeld klopt helemaal niet. Het werken met mensen met een handicap gaat over hele andere dingen. Je moet voorbij de rolstoel kijken, dan kun je de mens leren zien. Wanneer je dat lukt, is het werk echt een verrijking.”

Verdriet

Hoewel het niet vaak voorkomt, overlijden er soms cliënten. Dat is voor alle betrokkenen een aangrijpende gebeurtenis. Ook voor Amber en haar collega’s. “Ik heb het in zeven jaar maar twee keer meegemaakt”, vertelt Amber terwijl ze een plek zoekt om het af te kloppen. “Laatst overleed een cliënte, ze was al wat ouder. Dat was heel intens om mee te maken. Dan merk je goed wat cliënten voor ons betekenen. We kwamen buiten onze diensten terug. Gewoon om bij haar te zitten en er te zijn. Deze cliënte had zelf bijna geen familie meer. Toen ze overleed waren we er allemaal en stonden rond haar bed. Er was verdriet en tegelijk was het heel mooi. De andere cliënten waren allemaal rustig. Ze voelden aan dat we verdrietig waren.”

Wat je doet ben je zelf

Ook de praktische begeleiding van stagiaires behoort tot het werk van Amber. Vanuit haar eigen ervaring helpt zij mensen het vak te leren. “We doen de verzorging van cliënten in het begin altijd samen”, vertelt Amber. De manier waarop ze hierover vertelt stelt je op je gemak. Hier is ruimte om te leren, dat kun je voelen. Ze begrijpt wat er als stagiaire op je af komt en de onzekerheid die het werk met zich mee kan brengen. Haar manier van praten is integer, respectvol en open. Het geeft je vertrouwen, een dit-kan-ik-gevoel.

Terwijl Amber de pudding-attributen opruimt, is ze steeds bezig met de cliënten. Ze betrekt ze bij wat ze doet. Even iets op het blad van hun rolstoel leggen, een lach, een likje pudding laten proeven, het zijn kleine dingen. Kijkend zie je wat haar drijft. Verborgen in het volle zicht toont zich, voor wie het zien wil, de band tussen haar en de cliënten. Een op genegenheid gebaseerde relatie. Een uiting van een vakkundigheid die bovenal een manifestatie van haarzelf is. Dit is wat haar voldoening geeft. Dit is wat kloppudding zoveel meer maakt dan roze drab. Het is aandacht, liefdevolle aandacht. Het is klein en groot tegelijk. Het is de zorg voor mensen, het Zuiderlicht en samen pudding kloppen. Niet vanwege de pudding, maar vanwege het samen. En zo eten de cliënten vanavond roze kloppudding als toetje. Kloppudding van Amber, van haar cliënten en van Dr. Oetker.

Meer verhalen over Cliëntbegeleider

Blijven plakken na je stage

Alle stagiairs van de Mantelmeeuw zijn de afgelopen 10 jaar blijven plakken. In gesprek met drie van die 'plakkers', die zich onder de vleugels van de Alkmaarse meeuw definitief hebben genesteld in het team.

Lees verder

Denise: “De FlexXtra is voor mij uitdagend en daar houd ik van”

Denise Smit (46) werkte eerst bij een andere zorgorganisatie. Tot een vriendin van haar zei, je moet eens bij ons kijken. En zo kwam ze terecht op de Zeevonk en viel af en toe in bij de Waaier. Uiteindelijk ontdekte ze de FlexXtra en waagde de sprong.

Lees verder
bekijk alle verhalen