Connie Roos, van vrijwilliger tot senior

Het is een klein kamertje. Twee bij nog wat. De trap op links. Rommel, waarvan je gevraagd wordt er vooral niet op te letten. Aan de muur, op pas-op-voor-je-hoofd-hoogte, een plankje met zilverkleurige trofeeën. Onder het raam een gitaarversterker. Aan de brom te horen staat hij hard. Routineus pakt ze haar gitaar en hangt ‘m om. Connie Roos (47) begon ooit als vrijwilliger bij de locatie Rivierenbuurt (WonenMet). Wilde wat anders, iets betekenen. Voor een ander en daarmee voor zichzelf. Nu is ze senior. “Ik heb nog nooit voor een vreemde gespeeld”, zegt ze. Haar hand trilt nerveus en draait de volumeknop met de klok mee. De brom wordt nog luider. Een geel glimmende plectrum in haar rechter.

Connie: “Ik had een kantoorbaan bij Payroll, zij verzorgden de salarisadministratie voor muzikanten, licht- en geluidtechnici, cameramensen, enzovoorts. Het was niet de administratieve kant die mij het meest aansprak. Mensen helpen met het oplossen van hun problemen, door bijvoorbeeld voor iemand een voorschot te regelen, dat vond ik leuk om te doen.” Connie wilde na de middelbare school eigenlijk naar de Sociale Academie. Van huis uit werd ze gestimuleerd voor een kantoorbaan te kiezen. ‘Dan heb je altijd werk’, was de gedachte. Vandaar Payroll en later Spaansen. Toch bleef het knagen. Connie wilde een baan waarbij ze iets kon doen voor een ander.

Vrijwilliger geworden

“Dan ga je toch een keer met mij mee”, zei een vriend. Hij werkte bij Esdégé-Reigersdaal (WonenMet) als cliëntbegeleider. Connie: “Hij vertelde over de doelgroep waarmee hij werkte. Zelf wilde ik liever met jongeren werken of in de psychiatrie. Toch ging ik mee en ben gebleven als vrijwilliger. Zo leerde ik Bep kennen. Een lieve, wat oudere en vaak eenzame vrouw. Geen familie en weinig vrienden. Ze zocht iemand die dingen met haar wilde ondernemen. Dat ben ik gaan doen. Wandelen, winkelen, dagje Beverwijk, een boottochtje op het IJsselmeer met patat en een gehaktbal. En Holiday on Ice, ieder jaar weer. Gezelligheid was voor haar het belangrijkst en als ik haar zag lachen, gaf mij dat een goed gevoel.”

Kiezen voor mezelf

“Naast mijn werk bij Spaansen werd ik ADA (een medewerker die Algemene Dagelijkse Activiteiten begeleidt, red.) bij de locatie Rivierenbuurt van het cluster WonenMet. Ik wilde eerst weten of ik het werk en de doelgroep wel écht leuk zou vinden. Na een paar maanden kwam er een begeleidersfunctie vrij. Ik twijfelde of ik dat zou kunnen. Ik had geen enkel zorg gerelateerd diploma. Mijn clustermanager zag echter wel wat in mij. Ik solliciteerde en kreeg de baan. Zestien uur als begeleider. Het gevolg was wel dat mijn werk bij Spaansen mij steeds meer tegen ging staan. Ik deed het omdat ik ervoor geleerd had, maar ik miste de vrijheid en de voldoening die ik als begeleider wel kreeg. Uiteindelijk ben ik gestopt met mijn administratieve werk. Het kiezen voor een baan waar ook mijn hart lag, was voor mij een openbaring. Echt geweldig.”

Meer verantwoordelijkheden

Net als de functie van ADA was ook de rol als begeleider geen lang leven beschoren. Na anderhalf jaar kwam er een cliëntbegeleidersfunctie vrij die Connie mocht gaan invullen. “Ik heb er toen voor gekozen de opleiding SPW-4 te gaan doen. Ik wilde graag wat meer achtergronden weten. In het begin vond ik de nieuwe functie zwaar. Ik kreeg veel meer verantwoordelijkheden. Ineens had ik vier cliënten waarvoor ik ondersteuningsplannen moest schrijven en de lijnen uit moest zetten.”

Het begint allemaal met het vinden van aansluiting

De juiste snaar

“Het begeleiden van cliënten heeft wel wat weg van gitaarspelen. Als ik een bluessolo speel, lukt dat niet wanneer ik dat vanuit mijn hoofd doe. Zodra ik ga bedenken wat ik wil spelen, loop ik vast. Ik moet eerst de muziek voelen. Lukt dat, dan is iedere noot die ik speel raak. Zo ook bij cliënten. Het begint allemaal met het vinden van aansluiting. Je probeert aan te voelen hoe iemand zich voelt. Hoe zit iemand in z’n vel? Wat is zijn of haar stemming? Wat is de vraag achter de vraag? Om dat te kunnen doen moet je naast de cliënt gaan staan. Soms moet je daarvoor je eigen waarden en normen even loslaten. Er helemaal zijn voor de ander, zonder te oordelen. Empathie, betrouwbaarheid en kunnen relativeren zijn daarbij belangrijk. Je moet betrokkenheid kunnen voelen bij de cliënt. Wanneer ik een zware dienst heb gehad, zit mijn hoofd, bij thuiskomst, dan ook echt vol. Het maken van muziek helpt dan. Hierdoor kan ik alles loslaten en speel ik mijn hoofd leeg. Jezelf zijn, dat ik ook belangrijk. Op jezelf durven te vertrouwen. Op die manier weet je bij cliënten de juiste snaar te raken en kom je samen verder.”

Senior

Na elf jaar cliëntbegeleider geweest te zijn, diende zich voor Connie opnieuw een kans aan. “De toenmalige senior cliëntbegeleider ging richting haar pensioen en de combinatie van het bezig zijn met cliënten en het coachen van collega’s, leek mij wel wat. Ik ben in gesprek gegaan met mijn clustermanager. We hebben gesproken over hoe we de functie zagen. Vervolgens heb ik een jaar met de toenmalige senior-cliëntbegeleider meegelopen en heb ik een tweejarige coach-opleiding gedaan. Het coachen van collega’s is echt een andere tak van sport. Tegelijk geldt voor coachen van collega’s hetzelfde als voor het begeleiden van cliënten. Wanneer je wat voor een ander wilt betekenen, moet je eerst naast iemand gaan staan. Wanneer je dat doet, kun je iemand beter helpen. Je hoeft dan ook niet om de hete brei heen te draaien. Je kunt dingen gewoon benoemen, omdat het gebeurt op basis van gelijkwaardigheid.”

Fingerspitzengefühl

Een van de belangrijkste dingen in het werk met cliënten en collega’s is dat je blijft kijken naar je eigen handelen. Dat geldt voor iedereen. Wanneer er iets niet goed gaat in het contact met een cliënt, is het altijd belangrijk om te kijken naar wat je zelf doet. Vaak is het makkelijker om te kijken naar wat een ander niet goed doet. Naar jezelf kijken is soms best confronterend. Wat heb je gezegd? Hoe keek je? Hoe zat je? Wat deed je? Heb je misschien toch die ene vraag gesteld waarvan je eigenlijk al voelde dat je ‘m op dat moment beter niet kon stellen? Het zijn allemaal dingen die een rol kunnen spelen. De cliënten waarmee we werken zien en voelen alles. Wil je hen kunnen begeleiden, is het kijken naar je eigen handelen o zo belangrijk. Uiteindelijk ontwikkel je zo je eigen fingerspitzengefühl, dat kun je niet leren uit boeken. Sommige mensen hebben dat van nature en anderen moeten daaraan werken.”

Het werk heeft mij als mens veranderd, doen groeien

Jezelf leren kennen

“Door het werk leer je jezelf heel goed kennen. Je gaat zien waarom je op een bepaalde manier reageert en waar dat vandaan komt. Het werk heeft mij als mens veranderd, doen groeien. Vroeger speelde ik drums. Dat vond ik prettig omdat ik niet dan niet op de voorgrond hoefde. Drummers zitten altijd een beetje achteraan. Door mijn werk als cliëntgebeleider moest ik ineens wel op de voorgrond treden. Nu speel ik gitaar. Het werk heeft mij hierin geholpen. Letterlijk. Voor mij waren de theoretische achtergronden daarbij wel belangrijk. Ik wil gewoon weten waar ik het over heb. Dat geeft houvast. Dat helpt mij. Uiteindelijk, en dat geldt voor iedereen, moet je het natuurlijk wel zelf doen.”

Blues

Dus…, nog nooit hoorde een vreemde haar gitaar. De versterker nog steeds oerendhard. Via haar telefoon start ze een begeleidingstrack. Drums en bas. Gary Moore leidt je langs zijn ‘Parisienne Walkways’ Ze kijkt naar haar snaren en plaatst haar vingers. Haar gezicht verdwijnt achter wilde blonde krullen en dan gaat ze los. Alsof er niemand anders is. Geen drumstel om achter te verschuilen. En ja, het gebeurt. Met muziek vertelt ze haar verhaal. Precies zoals de blues bedoeld is. Pijn, melancholie en rauwe romantiek snijden dwars door je ziel. Zij en Garry, Garry en zij. Haar vingertoppen raken moeiteloos de juiste snaren en trekken ze jankend krom. Fingerspitzengefühl avant la lettre…

Meer verhalen over Senior Cliëntbegeleider

bekijk alle verhalen