De jonge honden van de Nachtzorg

“Vandaag gaan we naar het strand. Gewoon omdat het kan. De ORT (onregelmatigheids-toeslag, red.) is natuurlijk ook een mooie bijkomstigheid, maar dat is echt niet het enige wat werken in de Nachtzorg interessant maakt.” Susan de Wit (21) en Suzanne Kant (24) zijn de ‘jonge honden’ van de Nachtzorg, opererend vanuit Heerhugowaard. Door hun collega’s inmiddels omgedoopt tot Suus en Suzanne, want die namen, daar raak je alleen maar van in de war.

Hoe zijn jullie in dit werk gerold?

Suzanne: “We werkten allebei al voor de Flexpool. Clustermanager Frank Elsinga belde om te vragen of we niet voor de Nachtzorg wilden komen werken. Bleek dat hij al met de Flexpool overlegd had. Volgens mij lag ik nog in mijn bed te stinken. Of ik op gesprek wilde komen. Vanmiddag misschien? Hij overviel me. Ik dacht: ehhhhh… nooit over zoiets nagedacht. Maar ik houd van uitdagingen en veranderingen. De Flexpool was al bekend terrein. Dus ik besloot vrij snel dat ik ervoor wilde gaan.”
Suus: “Tijdens het gesprek met Frank kwam hij er eerlijk voor uit dat het niet de makkelijkste baan zou worden. Maar dat we met alles bij hem terecht konden. En dat is in de praktijk ook zo. De afwisseling in doelgroepen maakte het voor mij ook heel aantrekkelijk.”

Maar cliënten slapen ’s nachts. Dat is toch saai?

Suzanne: “Die vraag krijg ik echt zó vaak. Maar je moest eens weten! Hele gesprekken hebben we met mensen. Nog wakker, weer wakker. Laatst was iemand bijna jarig. Een man die normaal bijna geen woord zegt. Achter elkaar zong hij verjaardagsliedjes. Hilarisch. Dat zijn de mooie momenten.”

Suus: “Natuurlijk zijn er ook minder rooskleurige verhalen. Het is niet prettig als mensen bang zijn ’s nachts. Dan is het fijn dat je er voor ze kunt zijn. Even een woordje. Een aai over een wang. Nabijheid.”

Hoe ziet jouw nacht eruit?

Suus: “ Ik werk voornamelijk ambulant vanuit de Mediaan dus heen-en-weer nogal wat. De nachten zijn totaal verschillend. In het weekend is het wat drukker dan door de week omdat meerdere cliënten dan later naar bed gaan. Laatst had ik een dienst die mijn fitbit registreerde als een workout. Andere nachten zijn er momenten dat je tussen de vaste dingen door zelfs een powernap van tien minuten kunt doen.”

Suzanne: ”Voor mij is Reigersdaal het basiskamp. Daar staat, totdat de laatste cliënt van het terrein af is, ook de meeste uitluisterapparatuur. We hebben een lijst waarop de vaste bezoekjes beschreven staan: cliënten met epilepsie checken, draaien in verband met doorligplekken, een enkeling naar bed brengen en laten plassen. We werken met porto’s en houden elkaar op die manier op de hoogte. Via de porto’s gaat alles kort en bondig. Je weet nooit of er iemand meeluistert. Zodra het persoonlijk wordt, pakken we de telefoon.”

Voel je je weleens onveilig?

Suzanne: “We hebben vaste rondes en onverwachte bezoekjes. Op het Reigersdaalterrein doen we alles, ook in weer en wind, op ’t fietsie en daar buiten hebben we voor het ambulante team ook twee auto’s. Sommige rondes doe je alleen, andere samen. Je veilig voelen staat voorop. Als je er dus geen lekker gevoel bij hebt, kun je altijd een collega meevragen. Maar het is ook een kwestie van wennen.”

Suus: “Het is voor ons trouwens heel fijn dat we nu een ECD (Elektronisch Cliënten Dossier, red.) hebben waarin we kunnen lezen hoe het met cliënten gaat. Dingen die overdag voorgevallen zijn, kunnen in de nacht doorspelen. Of het nou fysiek is of in gedrag. Het zijn geen twee verschillende werelden zoals mensen weleens denken. Onze ondersteuning beslaat negen van de vierentwintig uur die je in een etmaal hebt. Dat is niet niks.”

Hebben jullie ook iets aan elkaar?

Suus: “We zijn vriendinnen, hebben samen de opleiding medewerker maatschappelijke zorg gedaan en zijn door dit werk alleen maar dichter naar elkaar toegetrokken. Doordat we dezelfde werktijden hebben kunnen we makkelijker samen iets ondernemen. Zo zijn we al een paar dagen naar Boedapest geweest en deze zomer staat Finland, waar we allebei stage gelopen hebben, op het menu.”
Suzanne: “In ons werk maken we veel mee, we zien veel verschillende locaties, systemen, materialen en natuurlijk ook heel veel verschillende cliënten. Daardoor kunnen we soms ook een adviserende rol vervullen richting locaties en daar praten Suus en ik ook over met elkaar. Soms doen mensen handelingen al 20 jaar. Wij zijn nieuw en kijken soms anders naar zaken. Dit bespreken we met onze collega’s van de diverse locaties. Zo proberen we ze vanuit een andere invalshoek zaken te laten bekijken. Een simpel voorbeeld is een manier bedenken waardoor een cliënt droog de nacht door kan komen. Waarom niet? Omdat ie eraan gewend is? Wij willen toch ook niet wakker worden in een zeiknat bed.”

Jonge honden versus ouwe rotten. Werkt dat wel?

Suzanne: “Vanuit collega’s komt vooral de opmerking waarom we dit werk nú al doen. Wij moeten toch bezopen in de kroeg staan? Nou ja, ten eerste zijn we daar niet zo van, maar anders hadden we daar maandelijks toch nog zo’n 18 dagen voor over? Als Nachtzorgmedewerker mag je namelijk niet meer dan 12 nachten per maand werken. Als we cliënten tegenkomen in het winkelcentrum zie je ze weleens denken: ‘Wat doet dat mens allemaal? ’s Nachts is ze bij me en nu loopt ze hier’.”

Suus: “Sommige van onze collega’s hebben kinderen die al ouder zijn dan wij. Tsja, die moesten waarschijnlijk wel aan ons wennen en misschien nog steeds wel een beetje. Zij hebben natuurlijk veel meer ervaring. Daar kunnen wij ook veel van leren. Maar ja, niet alles in één dag natuurlijk. Ik kan alleen maar mijn best doen.”

Wat is het mooiste aan werken in de nacht?

Suzanne: “De nacht heeft iets magisch. Het mooiste moment vind ik als het ’s morgens licht wordt. Wow. En het geluid van die vogels dan!”
Suus: “Ja. En de rust ’s nachts. Als je van de ene locatie naar de andere rijdt; de haasjes, eenden en egeltjes die je voorbij ziet komen. Dat is toch mooi!”

Meer verhalen over Begeleider, nachtzorg

Nieuwkomer Abod werkt sinds drie jaar bij Het Erf

Een persoonlijk verhaal van een trotse begeleider. Over de raketaanvallen in Syrië, het leven in het AZC en het leren van de Nederlandse taal. Abod Al Mohamad werkt nu al drie jaar als begeleider bij Het Erf in Heerhugowaard.

Lees verder

Daniëlle is talentpooler:
“het is één grote ontdekkingsreis”

Wat ga je doen als je vanwege lichamelijke klachten het kappersvak niet meer kunt uitoefenen? Uit alle testen bleek dat de zorg het beste zou passen. En die uitslag klopt als een bus. “Ik had nooit verwacht dat ik dit werk zo leuk zou vinden!”

Lees verder
bekijk alle verhalen