Marcel Boerrigter, clustermanager

Steeds zoeken naar mogelijkheden om te verbeteren. Niet omdat dingen niet goed gaan, maar meer als reactie op de potentie die eenieder van ons bezit. Marcel Boerrigter (46) is clustermanager. Hij vertelt over het belang van verbinding, over wat hem inspireert en de eigenschappen en waarden die hij belangrijk vindt binnen zijn functie en zijn leven.

“Is dit een mooie kombocht?” vraagt hij. Marcel staat naast zijn mountainbike. Matzwart frame en brede banden met een stevig profiel. De vroege ochtendzon weerkaatst paars in z’n kekke fietsbril, waarachter zijn ogen verholen zijn. Het is stil in de bossen van Bergen. “Zal ik ‘m even een paar keer doen?” vervolgt hij gretig en behulpzaam tegelijk. Fietsen is zijn passie. Op het strand, in bossen en over de bergen. Vooral bergen zijn onweerstaanbaar. In ieder geval voor hem. “Het mooie aan fietsen is dat iedereen z’n eigen verhaal heeft. Je fietst allemaal dezelfde route en toch zijn alle verhalen anders. Dat vind ik mooi. Hoewel fietsen een solistische sport is, brengt het hele gebeuren er omheen mensen bij elkaar. De context van de sport is er een van gemeenschappelijkheid.” Dit laatste is voor Marcel een belangrijk thema: gemeenschappelijkheid. Verbinding vinden in gedeelde waarden.

Wat nu?

Na de havo diende zich voor Marcel direct de dienstplicht aan. Het was 1992 en hij behoorde tot de laatste lichting jonge mannen die op moest komen voor hun nummer. Een krap jaar later zat het erop. Wat nu? “Kom in de gevangenis werken,” had zijn vader gezegd, “dan zie je later wel weer.” Het werd Zuyder Bos, de penitentiaire inrichting in Heerhugowaard. Marcel omschrijft het als een geweldige tijd. “Het was geweldig om samen te werken met leeftijdsgenoten. We hadden plezier in ons werk en er waren volop mogelijkheden om door te groeien. Ik heb een groei-mindset. Ik geloof in ontwikkeling, leren en verbeteren. Niet in de zin van perfectie, of beter willen zijn dan een ander, maar als de manifestatie van potentie. De tijd in de gevangenis was, in die zin, dan ook bijzonder. Ik was nieuwsgierig en de mensen daar interesseerden mij. Ik wilde weten wie ze waren en wat hen bewoog. Daarnaast probeerde ik samen met collega’s een sfeer te creëren waarin gekeken werd naar dingen die wél mogelijk waren. Ik werkte ook wel eens in andere inrichtingen en daar was de cultuur vrij beheersmatig. Dat probeerden wij anders te doen.”

Je moet je verbonden kunnen voelen met de mensen om je heen

Het zand in de bocht is mul. Onvermoeibaar jaagt Marcel zijn fiets, schuin hellend, door de kom. Hard, met gevoel voor risico. “Kom ik!” waarschuwt hij telkens voordat hij vanuit de dichte begroeiing tevoorschijn stuift. Een enkele keer dreigt zijn voorwiel grip te verliezen in het losse zand. Behendig verandert hij zijn houding om bij te sturen. Zo ziet ervaring eruit. Nadat de bocht een keer of tig genomen is, zit de klus erop. Op naar de volgende bestemming. Terras en cappuccino.

Een fan van relaties

“Als clustermanager moet je een fan zijn van relaties. Je moet je verbonden kunnen voelen met de mensen om je heen. Dat zijn er heel wat: collega’s, verwanten, medewerkers van instanties, cliënten, ondersteunende diensten en ga zo maar door. Daarnaast heb je een rol waarin je invloed hebt op de dingen die gebeuren. Dat gaat volgens mij niet zozeer over leiding geven, maar veel meer over luisteren en aandacht hebben voor mensen. Je bent in een positie om vragen te stellen en er met elkaar iets van te vinden. Die verantwoordelijkheid is leuk omdat je daarmee ook een beetje verantwoordelijk bent voor een ander. Vanuit die positie wil ik graag bijdragen aan de ontwikkeling van mensen. Mensen helpen eruit te halen wat erin zit. Dit proces loopt parallel aan wat een cliëntbegeleider doet. Ook hij of zij probeert een cliënt zo te ondersteunen dat deze kan groeien. Nieuwe dingen kan ontwikkelen. Het aansturen van een proces van ontwikkeling is mooi. Ik probeer een cultuur te bewerkstelligen waarin je het beste uit elkaar wilt halen. De verbinding die je met elkaar hebt, speelt hierin een essentiële rol.”

“Naast het opbouwen en onderhouden van relaties is ook het nemen van initiatief van belang. Voor mij betekent dit dat ik mij richt op het optimaliseren van werkprocessen. Zo kijken we onder andere hoe we met elkaar meer vanuit het cliëntperspectief kunnen denken. We maken ons bijvoorbeeld een voorstelling van wat onze werkwijze betekent voor een cliënt die bij ons komt. Vaak zijn mensen dan verward. De volgorde van gebeurtenissen is voor hem of haar daardoor moeilijk te bevatten. Er zijn allerlei gesprekjes in verschillende kamertjes met mensen die komen en gaan. We kijken hoe we dat proces kunnen verbeteren vanuit het perspectief van de cliënt. Ook de overgang van de behandelomgeving naar de eigen of nieuwe woonomgeving van de cliënt vergt aandacht. Een van de vragen die we daarbij proberen te beantwoorden is hoe we de werkzame principes van de behandeling kunnen overdragen aan de woonsituatie. Ik vind het leuk om naar dat soort processen te kijken, niet omdat het nu slecht gaat, maar om te ontdekken waar het beter kan.

Cruciaal

Initiatief speelt organisatiebreed ook een rol. Ook hierbij gaat het meer om het leggen van verbindingen. Op die manier voorkom je dat je los komt te staan van centrale thema’s zoals bijvoorbeeld werving en scholing. Je zult met clustermanagers, personeelsadviseurs of de Raad van Bestuur in contact moeten blijven. Dan kun je voorstellen doen tot verbetering. Wat mij betreft is dit cruciaal.”

Voel je top

“Een aantal jaar geleden werd ik gevraagd voor ‘Voel je top’. En als ik iets hoor over een berg en een fiets, dan ben ik meteen om. Binnen ‘Voel je top’ kan ik mijn passie delen. Dat kost mij helemaal geen energie. Ik vind het geweldig om bij anderen het enthousiasme aan te wakkeren. En als dat lukt… Zo was er een cliënt op zoek naar een appartement. Hij wilde per se in Heerhugowaard wonen omdat zijn fietsvrijwilliger daar ook woonde. Hij wilde het fietsen niet opgeven. ‘Voel je top’ is in die zin veel meer dan een fietsploeg. Het is een mogelijkheid ergens bij te horen. Volgens mij is dat een behoefte van veel mensen. Gewoon ergens bij horen. Een omgeving hebben waarin je het gevoel hebt welkom te zijn. Binnen ‘Voel je top’ zie ik mensen bijna letterlijk groeien, niet alleen fysiek, maar ook in hun gevoel van eigenwaarde. De succeservaringen binnen de fietsploeg geven zelfvertrouwen. Dat vertrouwen kunnen mensen los van het fietsen gebruiken om andere dingen voor elkaar te krijgen. Daar krijg ik energie van.”

“Natuurlijk zijn het niet alleen maar succesverhalen. Het koppelen van een cliënt en een vrijwilliger kan ook mislukken. Dat is begrijpelijk. De situatie is soms namelijk verdraaid lastig. Want hoe verhoud je je tot iemand die je helemaal niet kent en soms moeilijk begrijpt? Daar helpt een opleiding of een diploma helemaal niets bij. De vraag is of je verbinding kunt maken, of je naast iemand kunt gaan staan en onbevooroordeeld kunt luisteren. Instrumenteel kun je deze vaardigheden wel leren, denk ik. Maar ze integreren is een heel ander verhaal. Dat maakt de zorg een ingewikkeld vak.”

Terug naar de eenvoud

Op Marcels kantoor, op Reigersdaal, kun je er soms één zien hangen, op het prikbord boven zijn bureau: quotes. Zo ook een tekst van C.S. Lewis. Moeilijk leesbaar door een tekort aan toner. Vrij vertaald zegt Lewis: “Je kunt niet terug om het begin te veranderen, maar je kunt wel beginnen waar je bent om het einde te veranderen.”
“Dit soort uitspraken inspireren mij”, vertelt Marcel. “Ik vind het prettig om erdoor beïnvloed te worden, het is een stukje herkenning van dingen die ik zelf belangrijk vind. Ze herinneren mij eraan dat veel kracht in onszelf zit en maken mij bewust van de invloed die we hebben. Ze helpen mij bij mezelf te blijven en na te denken over de vragen als: Waar is het ons nou allemaal om te doen? Wat betekent hetgeen wij doen, voor de cliënt? Door het stellen van de juiste vragen, kom je tot waardevolle antwoorden.”

Terug naar de eenvoud is, gek genoeg, soms best ingewikkeld

“Simon Sinek is daar erg goed in. Hij probeert het ‘waarom’ achter de dingen die we doen te ontdekken. (Waarom jouw ‘waarom’ zo belangrijk is). Met die manier van denken kun je ingewikkelde dingen eenvoudiger maken en dat vind ik heel krachtig. Natuurlijk krijg ik soms terug dat niet alle dingen simpel te maken zijn en dat snap ik. Terug naar de eenvoud is, gek genoeg, soms best ingewikkeld. Toch vind ik het mijn opdracht om steeds weer terug te gaan naar de kern, naar de essentie van onze rol. Eenvoud kan daarbij helpen. Dat is niet spectaculair en beslist geen hogere wiskunde.”

“Verder is voor mij het besef van gelijkwaardigheid fundamenteel. Ik ben niets meer of minder dan de ander. We zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Vanuit die gelijkwaardigheid geef ik invulling aan mijn rol en kun je over en weer van elkaar leren. Die intrinsieke, onlosmakelijke verbinding tussen mensen, is voor mij de basis. Vanuit dat idee vind ik dat we voor elkaar moeten zorgen. Ons eigen geluk delen met mensen die het niet helemaal alleen kunnen. Daar geloof ik in. En tegelijk zijn ook dingen als humor en relativeringsvermogen onmisbaar. Het zijn tools, net als die waaromvraag. Het helpt je om met elkaar een koers te bepalen en te behouden. Het geeft mensen de mogelijkheid om aan te haken en samen te zoeken naar nieuwe mogelijkheden.”

Meer verhalen over Clustermanager

Marcel Boerrigter is clustermanager van De Rotonde

Brenda Bles van stagiaire naar clustermanager

Zestien jaar geleden liep ze stage als begeleider. Nu is ze clustermanager. Is die route voor een handvol weggelegd? Brenda Bles vindt van niet: “Je krijgt het niet aangereikt, maar als je de ambitie hebt, zijn er mogelijkheden genoeg.”

Lees verder
bekijk alle verhalen